1. Dartboards:
1.1   Slechts goede dartboards mogen als wedstrijdboard worden gebruikt.
1.2   Een dartboard voor een wedstrijd dient het 1 t/m 20 patroon te bevatten.
1.3   De buitenste smalle rand scoort dubbel de waarde van het aangegeven segment.
1.4   De binnenring scoort driemaal de segmentwaarde.
1.5   De buitenste cirkel van de roos scoort 25.
1.6   De binnenste ring van de roos scoort 50.
1.7   De bedrading dient zodanig te zijn gemonteerd, dat zij op het board ligt.
1.8   Het dartboard dient zodanig gemonteerd te zijn, dat de hoogte van het midden
     van de roos, vanaf de grond verticaal gemeten 1,73 m. bedraagt.
1.9   Het dartboard is zodanig gemonteerd dat het 20-segment, zwart gekleurd, exact
        aan de bovenkant van het bord zit.
1.10 Het board dient zodanig gemonteerd te zijn, dat het loodrecht hangt.
1.11 Het board dient zodanig gemonteerd te zijn, dat tijdens het werpen van de darts
     geen draaiing of beweging van het board kan voorkomen.
1.12 De bedrading mag niet reflecteren.

2. Verlichting:
2.1  Een dartboard dient zodanig verlicht te zijn, dat volgens de geldige normen een
       wedstrijd gespeeld kan worden.
2.2  De verlichting dient zodanig te zijn gemonteerd, dat het board direct word verlicht
    en de bron onzichtbaar is voor de spelers.
2.3  De verlichting mag op geen enkele wijze de spelers hinderen.
2.4  Als een lichtbron, door welke oorzaak dan ook, uitdooft, valt, of als gevolg van een
   ondeugdelijke bevestiging plotseling van hoogte verandert, mag, indien een speler
   hiervan hinder ondervindt, zijn worp ongeldig worden verklaard en mag opnieuw
   gegooid worden. Dit geldt vanaf de eerste dart van de betreffende speler en de beurt
   moet in zijn totaal worden overgegooid.
2.5 Bij surroundverlichting dient tevens voldoende omgevingsverlichting aanwezig te
   zijn zodat op het scorebord door de spelers hun score goed te zien is.

3. Oches(balkjes):
3.1 Tijdens wedstrijden onder auspiciën van de R.W.D.C. zijn oches verplicht.
3.2 Een oche is minimaal 2 en maximaal 4 cm. hoog, 100 cm. lang en dient zodanig
      gemonteerd te zijn t.o.v. het board, dat de afstand van de achterzijde van de oche
             tot de bull, horizontaal gemeten, vanaf het midden van de bull, 2,37 m. bedraagt.
             Tevens dienen de balkjes zodanig bevestigd te zijn, dat er geen beweging meer
             mogelijk is.
3.3 De diagonale afstand, gemeten vanaf het midden van de bull tot de achterzijde
             van de oche, bedraagt 2,93 m.
3.4 Tijdens het werpen van de darts mag niet op of over de oche worden gestapt.
             Ook mag niet links of rechts naast het balkje worden plaatsgenomen.
3.5 Een speler die een fout maakt t.o.v. de afstand of werpplaats, zal door de 
             schrijver of teamcaptain gewaarschuwd worden. De schrijver is gerechtigd de totale
             beurt ongeldig te verklaren, indien op deze waarschuwing niet wordt gereageerd.

4. Speelbanen:
4.1 De afstand tussen 2 speelbanen moet zodanig zijn, dat de schrijver of spelers
      niet gehinderd kunnen worden door schrijver of spelers op de naastliggende
             banen. Tevens dient achter de oche minimaal 1,5 mtr. ruimte beschikbaar te zijn, zodat de
             spelers geen hinder ondervinden van overige bezoekers. Dit is ter beoordeling van de
             betreffende wedstrijd-, toernooi, of competitieleiding of de controleurs van het RWDC-
             secretariaat. Goedgekeurde banen in een speelgelegneheid zullen van een RWDC sticker
             voorzien worden.
4.2 Gebruikmaking van zgn. dart matten is niet verplicht, echter de vloer in de directe
             omgeving van het board dient in een zodanige staat te zijn, dat zij bescherming
             biedt voor en tegen vallende of wegspringende darts.

5. Spelregels en spelsoorten:
5.1 Alle wedstrijden en toernooien, georganiseerd door de R.W.D.C. of onder haar
            auspiciën gehouden, zullen onderworpen zijn aan de regels, zoals door de R.W.D.C.
            vastgesteld.

6. Werpen van darts:
6.1 De darts moeten met de hand en door de speler zelf worden geworpen.
6.2 Een beurt of worp bestaat uit drie afzonderlijk geworpen darts, of minder, indien
             daardoor een leg wordt beëindigd.
6.3 Een geworpen dart, die uit het board valt of terugspringt, telt niet mee voor de
             score en mag niet worden over geworpen.

7. De wedstrijd:
7.1 Een wedstrijd bestaat uit 4 enkelspelen, 2 dubbelspelen en weer 4 enkelspelen.
            Een set bestaat uit 3 legs indien "best of three" gespeeld wordt, uit 5 legs indien
            "best of five" gespeeld wordt en uit 7 legs indien "best of seven" gespeeld wordt.
            Hoofdklassers spelen in competitieverband de singles best of 7-501 en de koppels
            best of 5-701. 1e klasse spelen best of 5-501 en de koppels best of 7-501. De 2e klasse
            spelen best of 5-501 en de koppels best of 5-501. De 3e klasse speelt best of 3-501 en de
            koppels best of 3-501.
            Voor bekerwedstrijden geldt bij de Hoofd- en 1e klasse alsmede de 2e klasse en 3e klasse
            voor alles best of 5-501.
7.2 In een R.W.D.C.-competitie is het gebruikelijk, dat een partij bestaat uit slechts
            één set.
7.3 In alle gevallen zal een dartsevenement in elke spelsoort dienen te beginnen met
             een open start per leg en beëindigd te worden door het werpen van de benodigde
             dubbel, tenzij in speciale gevallen, uitdrukkelijk vermeld en duidelijk openbaar gemaakt
             door de toernooi- of wedstrijdleiding. (b.v. start met dubbel - 3 minuten regel - etc.)
7.4 Een leg begint altijd met de cijfers ..01 (301-501-701-1001). Na aftrek van de
             geworpen punten, kan het spel slechts beëindigd worden door het werpen van de
             benodigde dubbel. Een speler die meer punten gooit dan vereist om een leg te
             beëindigen, scoort een niet geldige worp en de voorafgaande score zal gehandhaafd
             blijven.
7.5 Een "leg-shot" gemeld door de schrijver, is slechts geldig indien de geworpen darts
             de vereiste finish bereikt hebben.
7.6 Een dart, die abusievelijk na het scoren van de vereiste dubbel wordt geworpen,
             telt niet mee.
7.7 Een leg kan, indien vereist, beëindigd worden op 50. Het centrum van de bull (50)
             telt als 2 x 25.

8. De competitie:
8.1 Elke klasse bestaat uit maximaal 12 teams. De promotie/degradatieregeling,
             vastgesteld door de algemene ledenvergadering is als volgt. Tijdens de play-offs worden de
             degradatie en promotie wedstrijden gespeeld. Deze uitslagen bepalen de degradatie en
             promotie van de betreffende teams. Aan het begin van het seizoen wordt bepaald welke
             plekken in de klassen hiervoor in aanmerking komen.
8.2 Standaard teams, die op grond van de promotie/degradatieregeling geen recht
             hebben op plaatsing in de hoogste klasse, als mede de overige teams van de
             aangesloten verenigingen, worden waar mogelijk, op basis hiervan, ingedeeld in een
             lagere klasse. De wedstrijdleiding mag na overleg, hiervan afwijken, mits dit ten goede
             komt van de R.W.D.C. competitie.
8.3 Elk team dient te bestaan uit een zodanig aantal leden, dat een volledige
             competitie- wedstrijd kan worden gespeeld.
8.4 In geval dat een team met minder dan 3 spelers, wordt het gehele team geacht niet te zijn 
      opgekomen.
8.5 Elk team speelt onder de verantwoordelijkheid van de vereniging die het
             betreffende team heeft ingeschreven.
8.6 Indien een vereniging slechts van naam verandert, behoeft dit geen gevolgen te
             hebben voor plaatsing in een klasse, mits de naamsverandering tijdig en schriftelijk aan
             het bestuur is medegedeeld.
8.7 Nieuwe teams starten normaal in de laagste klasse, echter, bij een nieuw sterk
             team mag de wedstrijdleiding hier van af zien en het betreffende team hoger indelen,
             naar aanleiding van de "sterkte".
8.8 Deelnemers aan de competitie, beker- of toernooien mogen niet jonger zijn dan 15 jaar.
8.9 Verplaatsing van een competitiewedstrijd is mogelijk binnen een termijn van 3 weken na de
       oorspronkelijke speeldatum. Bij hoge uitzondering kan er na overleg met het secretariaat
       bepaald worden door het bestuur dat een andere datum gekozen mag worden. Het
       verplaatsen van een wedstrijd kan in de app van Teambeheer geregeld worden.
8.10 De wedstrijden dienen te worden gespeeld in de volgorde zoals vermeld in de app van
        Teambeheer. Indien de app is ingevuld (maximaal 8 spelers), mag wisseling of vervanging
        niet meer plaats vinden.
8.11 Voor aanvang van de dubbelspelen mogen geen veranderingen meer
              plaatsvinden, als deze reeds ingevuld zijn.
8.12 In de bekerronde wordt de teamronde (één leg-1001) gespeeld als de eindstand gelijk is. Dit
        wordt dan het winnende punt. Aan de teamronde mogen een vastgesteld aantal spelers
        (maximaal 4) deelnemen, voor zover zij echter bij aanvang van de wedstrijd  in
        Teambeheer vermeld stonden.
8.13 Om 20:15 uur dient de opstelling in Teambeheer ingevuld te zijn door de captain van het
        thuisspelende team, onder vermelding van spelers en reserves. Het bezoekende team moet
        te allen tijde, mits tijdig gearriveerd, de gelegenheid hebben om 15 minuten op de
        wedstrijdbaan in te kunnen gooien. De wedstrijd moet uiterlijk 20:30 uur aanvangen. Een
        team dat op dit tijdstip, zonder geldige reden, niet aanwezig is, heeft de betreffende
        wedstrijd verloren met het maximaal aantal te behalen punten. In de wedstrijd zelf is het
        toegestaan om per partij maximaal 9 oefendarts te gooien.

8.14 Er mag slechts 1 reservespeler ingezet worden. Indien wegens
              omstandigheden (b.v. ziekte of andere onvoorziene omstandig heden) 2 reservespelers
              nodig blijken te zijn, moet dit vooraf bij het wedstrijdsecretariaat aangevraagd
              worden. Bij het inzetten van reservespelers mogens slechts 4 spelers op de
              deelnemerslijst vermeld staan. Bij inzetten van reservespelers dient dit aan de
              tegenstander vermeld te worden en op het wedstrijdformulier te worden ingevuld.
8.15 Een team speelt in de competitie onder de regels en spelsoorten zoals deze voor
              de diverse klassen zijn bepaald.
8.17 Een speler of een team heeft het recht om te protesteren tegen de
              wedstrijdbaan wanneer deze niet aan de reglementen voldoet of tegen de gang
              van zaken gedurende een wedstrijd. Een dergelijk protest kan alleen geschieden
              door in Teambeheer te vermelden, WEDSTRIJD ONDER PROTEST GESPEELD,
              met uiteraard de vermelding van de aard van het protest. Het wedstrijdformulier dient
              te worden getekend door alle protesterende teamleden. De wedstrijd dient wel
              gespeeld te worden. Tevens dient het secretariaat, middels een e-mail met een
              omschrijving van de klacht, hierop geattendeerd te worden. Hierna zal de RWDC
              de klachten behandelen, en eventuele maatregelen nemen. Afhankelijk van de aard
              van het protest, zal uiterlijk 30 dagen na in behandelname van het protest, een
              beslissing worden genomen. Beslissingen zullen altijd schriftelijk aan de betrokken
              partijen worden mede gedeeld.
8.18 De pauze tussen de onderlinge partijen mag ten hoogste 5 minuten bedragen.
               Uiterlijk na deze 5 minuten moeten de spelers en de schrijver starten met de
               volgende partij.
8.19 In Teambeheer dient een match plaats te vinden na het invullen van alle uiyslagen van die
        avond.
8.20 De uitslag van een wedstrijd dient uiterlijk 24 uur na het spelen van de competitiewedstrijd of
        bekerwedstrijd in Teambeheer te staan.
8.21 Een team kan worden uitgesloten voor deelneming aan de competitie:
a: door het bestuur.
b: bij het tweemaal niet verschijnen voor een competitiewedstrijd op de
                    vastgestelde datum.
c: bij het niet betalen of weigeren van een opgelegde boete.
d: bij niet acceptabel onsportief gedrag.
e: bij fysiek of verbaal geweld. Hierbij worden de betrokken spelers per direct
                    geschorst totdat duidelijk is wie verantwoordelijk wordt geacht. Het bestuur
                    beslist in welke mate sancties volgen.
8.22 Het thuisspelende team schrijft de eerste partij, de gasten beginnen met werpen.
               Daarna om en om schrijven en beginnen. Bij een gelijke stand(5-5) wordt voor de
               beslissende teamronde wel getosst, waarbij de bezoekende vereniging de keuze heeft
               voor deze toss, en schrijft het thuisteam.
8.23 Een speler mag tijdens een wedstrijd maximaal 2 singles en 1 dubbel spelen.
8.24 Een speler mag zich te allen tijde door zijn captain laten bijstaan, mits dit niet
               hinderlijk is voor de tegenstander. Indien een teamcaptain "schrijver" is, gelden voor
               hem de daarvoor bestemde regels (zie par. 9). De teamcaptains blijven
               verantwoordelijk voor een goed en sportief verloop van een wedstrijd.
8.25 Slechts drie maal per seizoen mag een speler die uitkomt in een lagere klasse
               invallen in een hoger team. Voorwaarde is wel dat dit team deel uitmaakt van dezelfde
               vereniging en dezelfde naam draagt als het team waarvoor men reeds uitkomt. Daarna
               maakt hij/zij voor de rest van het lopende seizoen deel uit van het hoogst geplaatste
               team waarvoor hij/zij is ingevallen. Dit feit dient steeds op het wedstrijdformulier te
               worden vermeld. Het invallen van een speler die in een hogere klasse speelt is ten
               strengste verboden. Een speler uit een lagere klasse mag pas ingezet worden als
               een team niet voltallig is, dus uit maar 3 spelers bestaat.
8.26 Spelers, die in de lopende competitie van een lagere klasse overgaan naar een
               hogere klasse, nemen hun behaalde rankingpunten mee.

9. Het scoren:
9.1 Slechts darts die met de punt in het board zitten, of het met de punt raken,
             scoren de aangegeven waarde. Darts die uit het board vallen of terugspringen,
             tellen niet. Darts die uit het board vallen, vóór dat de laatste te werpen dart in het
             board zit of het board raakt, voordat de schrijver het totaal aantal gescoorde punten
             heeft af geroepen, tellen voor het eindresultaat niet mee. Echter, indien de gegooide
             pijlen enig rekenwerk vereisen waardoor het eindresultaat enige tijd op zich laat
             wachten, mag de schrijver aanduiden (door b.v. te roepen : "telt"), dat de
             wegzakkende dart alsnog meetelt.
9.2 Een protest betreffende het aantal geworpen punten, gemeld nadat de darts uit
             het board zijn genomen, zal niet worden gehonoreerd.
9.3 De score moet duidelijk door de schrijver op het scorebord worden vermeld,
             ongeveer op ooghoogte van de spelers.
9.4 Alle scores en berekeningen dienen te worden gecontroleerd door de schrijver,
            en in het bijzonder door de speler zelf. Staat een score op het bord en de
            desbetreffende speler heeft de eerste dart van de daarop volgende beurt geworpen,
            dan zijn protesten omtrent een voorafgaande score niet meer ontvankelijk.
9.5 Alle vragen omtrent de score of stand dienen gesteld te worden voordat dezelfde
            speler zijn volgende dart werpt en dienen gericht te worden aan de schrijver.
9.6 De schrijver mag geen indicatie geven over de vereiste dubbel. Uitsluitend op
             verzoek van de speler, mag de schrijver melding maken van het aantal punten per
             geworpen dart.
9.7 Een schrijver dient zo stil mogelijk naast het board te staan en elke handeling,
             waardoor de spelers worden gehinderd of in de concentratie gestoord, achterwege
             te laten.

10. Ranking:
10.1 De organisatie van de R.W.D.C.-rankingtoernooien en bekerfinales worden bij
               loting toegewezen met dien verstande dat diegenen die niet uitgeloot worden in het
               daaropvolgende jaar als eerste aan de beurt zijn.
10.2 Voorwaarden voor de organisatie zijn:
a: er moeten op de toernooilocatie minimaal 10 wedstrijdbanen beschikbaar zijn.
b: de locatie dient over voldoende extra ruimte te beschikken voor deelnemers en
                    gasten.
10.3 De door loting bepaalde locaties, worden steekproefsgewijs gecontroleerd.
               Indien niet kan worden voldaan aan de door de R.W.D.C. gestelde eisen m.b.t. de
               inrichting van de wedstrijdbanen zal het betreffende toernooi per direct aan een
               reservelocatie toegewezen worden.
10.4 De verliezer van een partij dient aan het betreffende board te blijven om bij
               de volgende partij als schrijver te fungeren. Indien hij/zij niet in de gelegenheid is
               om te schrijven, dient hij/zij zelf voor een vervanger te zorgen en dit te melden
               aan de wedstrijdtafel. Bij in gebreke blijven vervallen de door hem/haar op deze
               toernooidag behaalde punten en volgt automatisch een schorsing voor de
               eerstvolgende 2 rankingtoernooien.
10.5 In alle overige gevallen beslist de wedstrijdleiding en deze beslissingen
               zijn bindend.

11. Algemeen:
11.1  Overal waar in dit reglement de woorden "speler" of "schrijver" worden gebruikt,
               kan in voorkomende gevallen ook "speelster" of "schrijfster" worden gelezen.